Wat is het verschil tussen verschillende berichten, banners of online campagnes? Kan je via Google Analytics achterhalen welke online campagnes succesvol zijn? Hoe kan je in Google Analytics terugzien welke type banner beter scoorde in vergelijking met een andere banner. Om dit te analyseren is het noodzakelijk om UTM Tagging in te zetten.
Wat is UTM Tagging?
In Google Analytics is het mogelijk om de effecten van verschillende campagnes met elkaar te vergelijken. Voor Google Adswordt dit automatisch gemeten via de ‘autotagging’ functie. In dit geval worden er automatisch gegevens in een URL meegestuurd. Voor Google Ads geldt de autocodering waarbij er gebruik gemaakt wordt van Gclid parameters die Google Ads automatisch aan Google Analytics koppelt. In Google Analytics kan je hierdoor onderscheid maken tussen verschillende advertentiegroepen, campagnes en advertentieteksten.
Helaas is deze Gclid functie niet beschikbaar voor andere online kanalen. Via bijvoorbeeld Bing Ads, Indeed, Beslist en e-mail partijen moet je ‘autotagging’ activeren. Hierdoor worden automatisch gegevens via parameters in de URL meegestuurd. Voor kanalen als Linkedin en Facebook moeten de gegevens handmatig worden meegestuurd. Hiervoor moeten extra parameters in een url worden aangemaakt die vervolgens extra informatie doorstuurt naar Google Analytics. In beide gevallen wordt dit UTM tagging genoemd. Zonder UTM tagging is het niet mogelijk om onderscheid te maken tussen type campagnes, soorten banners en andere nuttige informatie die je met elkaar wilt vergelijken.
Hoe werkt UTM Tagging?
Hoe stel je UTM tags op? Het is belangrijk om te weten wat je precies mee kunt sturen. Hieronder heb ik een overzicht gemaakt van de 5 verschillende UTM- parameters
- Bron (Campaign Source): Verkeersbron van de bezoeker, bijvoorbeeld ‘linkedin’ of ‘facebook’.
- Medium (Campaign Medium): Gebruikte medium, bijvoorbeeld ‘cpc’ (voor betaalde advertenties), ‘banner’ of ‘social’.
- Campagne (Campaign Name): Indien van toepassing een campagnenaam, bijvoorbeeld ‘kortingsactie’.
- Zoekwoord (Campaign Term): Het gebruikte zoekwoord indien van toepassing, doorgaans gebruikt voor betaald zoekverkeer via zoekmachines.
- Advertentie-content (Campaign Content): Inhoud van de advertentie, bijvoorbeeld de naam van de gebruikte banner of titel van een advertentietekst, bijvoorbeeld ‘versie 2’.
Een getagde URL kan er als volgt uitzien:
https://www.sdim.nl/?utm_source=linkedin&utm_campaign=LinkedIn_remarketing&utm_term=versie1
In dit geval gaat het om een bezoeker die via een betaalde Linkedin advertentie op de website terecht is gekomen via een ‘remarketing’ campagne met advertentie ‘versie 1’. Door het taggen van deze banner is het eenvoudig om verkeer via deze campagne en het bijbehorende resultaat inzichtelijk te krijgen in Google Analytics.
Tips over UTM Tagging
SDIM adviseert om de campagnes altijd te taggen. Op die manier creëer je de basis voor een succesvolle marketingcampagne. Hieronder volgen een aantal belangrijke tips:
- Gebruik de Google URL builder om eenvoudig UTM tags aan je website URL toe te voegen.
- Probeer zoveel mogelijk relevante gegevens via de 5 paramaters mee te sturen. Hierbij zijn bron en medium verplichte velden
- Test de getagde. Bezoek zelf de URL, als de parameters blijven staan dan werkt het taggen.
- Zorg voor consistentie, gebruik de voorbeelden die door Google worden aanbevolen bijvoorbeeld voor betaald verkeer medium ‘cpc’. Verder zijn URl-tags hoofdlettergevoelig, let hier op!
Wil je meer weten over UTM Tagging, hoe je dit kunt toepassen en waar je dit kunt terugvinden in Google Analytics; neem dan gerust contact met ons op.
Contact met een specialist?
Reacties (0)